De post tijdens de Run Winschoten
Kwart over 6 zaterdagmorgen, het is stil op de weg naar het werk.
Half 7 daar aangekomen druppelen de andere bezorgers ook binnen om te gaan sorteren, en dat is best vroeg, maar vandaag mag het wel iets eerder omdat er zo veel straten na 10 uur niet echt makkelijk te bereiken zijn vanwege de run.
"Help hem maar, want hij heeft vandaag erg veel en het grootste gedeelte van het run Winschoten parkoers loopt door zijn bezorgwijk". Mooi, mag ik eindelijk weer eens op de allereerste route lopen waar ik mee begonnen ben. Eens kijken of ik alle straten nog uit mijn hoofd weet, en belangrijker hoe het het beste op volgorde te leggen.
"Zal ik Vossenkamp en Kloostervallei maar nemen?" Dat is goed, dus begin ik met het op volgorde leggen van de moeilijkste straat, nummers lopen van her naar der, is geen touw aan vast te knopen als je het niet weet, je zoekt je een breuk. Maar blijkbaar wist ik het nog allemaal, dat scheelt.
Dan de Kloostervallei, even goed nadenken hoe het daar ook nog maar allemaal loopt en goed naar adres kijken, want voor je het weet stop je Kloostergang bij Kloosterlaan en Kloostertuin bij Kloostergaard (of elke andere combinatie met die namen) en dan moet je extra kilometers fietsen om weer terug te gaan als je het verkeerd hebt gelegd.
Half 8 ga je dan op weg en natuurlijk regent het weer. Het wordt al wat drukker naarmate je bij het run-parkoers komt en de wegen worden al afgezet. Je begint met het gleuvenvullen en voor je het weet knal je bijna tegen een hek aan, want die weg is al afgezet voor de renners. Je denkt: "in het vervolg toch even wat beter uitkijken".
Gaandeweg wordt het op en bij de wegen drukker, mensen zetten kraampjes klaar, sommigen zelfs een hele tent langs de weg. Natuurlijk is het vandaag een overdosis "Moi". En af en toe hoor je zelfs "Wat bist ja vroug vandoage".
En natuurlijk omdat het regent hoor je af en toe weer die slimme vraag: "Bist ook nat word'n?"
Je fietst over het run-parkoers en dat is eigenlijk best prettig zo over een weg zonder dat er auto's rijden, hoef je niet steeds op te letten of er ook iets aan komt. En dan zit je opeens 'vast' in het parkoers, wegen zijn afgezet en je moet door de hekken. De mensen bij de hekken kijken je even nors aan, want ze hebben die net netjes neergezet en nu moeten ze het weer even verschuiven want de postbode moet er langs. Ik zeg dan maar niet dat ik er zo weer langs moet want de bezorgroute gaat die ene straat weer in nadat ik een paar brieven heb bezorgd in de rest van de straat.
Bij terugkomst blijkt dat ik er zo langs kan, want ze hebben het hek nog niet weer terug geplaatst, dat scheelt. Fiets je weer over het afgezette parkoers, zie je een auto aankomen gevolgd door een stuk of tien motoren, de run organisatie is het parkoers aan het verkennen denk ik.
En dan kom je bij de laatste afzetting en verlaat je het run-parkoers weer. Nog een paar straten en je bent klaar met gleuvenvullen.
Ben je bijna bij het einde en hoor je "Moi, da's laank leed'n. Nog altied aan t bezörg'n?" "Joa, mor nou allenig eem hier deur dei run, aans zi'k overal in t oaldamt." En dan wordt er nog wat onzinnigs over en weer gezegd en kan ik eindelijk de laatste post bezorgen.
De dag zit er weer op, eindelijk weekend. Dinsdagochtend half 8 begint het sorteren/bezorgen weer.